Locatiegebaseerd beheer: constructie optimaliseren door flow en controle

9

De bouwsector vertrouwt al lang op planningsmethoden om complexe projecten te beheren. Hoewel de Critical Path Method (CPM) dominant blijft, wint een verfijnde aanpak genaamd Location-Based Management System (LBMS) aan kracht door de sterke punten van CPM te combineren met de precisie van locatiegebaseerde planning. Dit systeem is niet slechts een theoretische oefening; het bouwt voort op decennia van praktische toepassing, vindt zijn oorsprong in het Empire State Building en evolueert door systematische ontwikkeling in Finland in de jaren tachtig en negentig.

De evolutie van Line-of-Balance naar LBMS

Vroege locatiegebaseerde methoden, zoals Line-of-Balance, waren gericht op het optimaliseren van de productie op identieke locaties. De analytische kracht en het vermogen van CPM om de impact van veranderingen te modelleren, leidden echter tot een wijdverbreide acceptatie ervan. LBMS overbrugt deze kloof door locatiegebaseerde precisie te integreren met een aangepast CPM-algoritme. Het kernprincipe: taken dwingen continu te zijn. Deze subtiele aanpassing vertraagt ​​de start van volgende locaties binnen een taak, waardoor een ononderbroken workflow wordt gegarandeerd.

Flow optimaliseren: de kern van LBMS

De optimalisatie van de LBMS-planning begint met een continue stroomlijn (Figuur 1). Het systeem elimineert vervolgens hiaten door de productiesnelheid aan te passen, waardoor de speling effectief uit de planning wordt verwijderd. Dit gaat niet over het uitpersen van meer werk van bemanningen; het gaat om het optimaliseren van de doorstroming. Het introduceren van buffers tussen taken zorgt voor variabiliteit zonder de downstream-activiteiten te verstoren. Casestudies tonen aan dat de invoering van LBMS de projectduur met wel 10% kan verkorten zonder het gebruik van hulpbronnen te vergroten.

Figuur 1: Een eenvoudig stroomlijnschema van drie taken. Taak 2 is sneller dan andere en de startdatum is verplaatst om later te beginnen. Rode cirkels geven gebieden aan waar er mogelijkheden zijn voor optimalisatie. De geplande totale duur is 45 dagen.

Figuur 2: De stroomlijnen van Figuur 1 zijn op één lijn gebracht door taak 2 te vertragen. De geplande totale duur is 35 dagen, bereikt door de middelen te verminderen.

Controle door middel van prognoses: problemen voorkomen voordat ze zich voordoen

In tegenstelling tot CPM, dat afhankelijk is van maandelijkse updates en uitgaat van een consistente productie, maakt LBMS gebruik van realtime prognoses. De daadwerkelijke voortgang wordt gevisualiseerd ten opzichte van de geplande planning, waarbij afwijkingen onmiddellijk zichtbaar zijn. Wanneer de buffers opraken en de prognoselijnen botsen (Figuur 3), wordt er een alarm geactiveerd, waardoor het management wordt gewaarschuwd voor mogelijke problemen. Deze proactieve aanpak voorkomt opeenvolgende vertragingen, die anders de projectduur met 10% kunnen opdrijven.

Figuur 3: Driedaagse buffers zijn toegevoegd aan het plan van Figuur 2. Taak 1 begon op tijd maar verloopt te langzaam (stippellijn). De prognoselijn (stippellijn) is gebaseerd op de werkelijke productiesnelheid. Er wordt een alarmpunt weergegeven waar taak 1 al zijn buffer heeft gebruikt en een probleem zal veroorzaken voor taak 2. Het alarm duurt zeven dagen, zodat het management de tijd heeft om het probleem te voorkomen.

Complementaire systemen: LBMS en het Last Planner-systeem

LBMS blinkt uit in technische optimalisatie, maar vervangt de menselijke samenwerking niet. Het Last Planner System (LPS) richt zich op sociale processen, screening van beperkingen en wekelijkse toewijding. Door LPS met LBMS te combineren ontstaat een krachtige synergie. Terwijl LBMS-prognoses productierisico’s benadrukken, zorgt LPS ervoor dat beperkingen worden aangepakt voordat ze de workflow verstoren. Door deze geïntegreerde aanpak komen meer problemen eerder aan de oppervlakte, waardoor teams problemen proactief kunnen oplossen.

Het belangrijkste verschil: stroom versus datums

LBMS en CPM delen overeenkomsten, maar hun kernfilosofieën lopen uiteen. CPM geeft prioriteit aan het halen van data, terwijl LBMS zich richt op het maximaliseren van de productiesnelheid en het voorkomen van verstoringen. Door een continue stroom te forceren, float te elimineren en gebruik te maken van realtime prognoses, levert LBMS superieure controle en efficiëntie.

Concluderend biedt LBMS een verfijnde benadering van bouwplanning, waarbij technische precisie wordt gecombineerd met proactieve controle. Het vermogen om problemen te voorkomen voordat ze zich voordoen, maakt het bijzonder geschikt voor lean bouwprojecten waarbij het Last Planner System wordt geïmplementeerd. Door prioriteit te geven aan flow, snelheid en samenwerking, realiseert LBMS aanzienlijke efficiëntiewinsten en levert het superieure projectresultaten op